dinsdag 14 september 2010

Reisverslag Peru: kuststreek zuiden


Het is vakantie! Maar uitslapen zat er niet in, want midden in de nacht moesten we opstaan om de Tour Peru lijnbus “Cruz del Sur” te nemen naar Nasca. We gaan nu de kuststreek gaan verkennen ten zuiden van Lima. In deze luxebus heeft de reis 7 à 8 uur geduurd. Alvorens in de bus te stappen verifiëren ze nog de rugzakken opdat je geen sterke drank meeneemt. Kwestie van niet agressief te worden op de bus. Maar eigenlijk was iedereen op dit vroege uur nog stil en kalm op de bus. Je neemt plaats op je genummerde zitplaats. Het is een bus met een WC, welke je alleen kan gebruiken om te urineren. Ik herhaal, enkel om te urineren! We krijgen op deze bus ook een ontbijt geserveerd.

Buiten Lima komen we in woestijngebied met zand terecht. Momenteel was men bezig hier een nieuwe weg aan te leggen. Regelmatig komen we ook eenzame huizen tegen. Naast de echte sloppenwijken, heb je ook valse sloppenwijken. Mensen palmen hier een gebied in en bouwen er een klein huisje op. Men laat de staat geloven dat men hierin woont, zodat er valse sloppenwijken ontstaan. Je ziet dat het verlaten huizen zijn en sommige zijn vervallen.
Ook kan je hier de lange tenten zien, welke kippenkwekerijen zijn. Sommige zien er ook vervallen uit. Dit is het gevolg van vroegere aardbevingen in dit gebied. Ook rijden we langs een grote gas terminal.

De bus maakt een stop in Pisco en later nog in Ica, alvorens aan te komen in Nasca. De contactdozen voor het verbinden van verschillende elektriciteit kabels lagen op de bushalte van Pisco. De verschillende contactdozen waren afgedekt met een steen. In Ica was men een reclamebord aan het onderhouden. Men zat hier hoog op het reclamebord, zonder enige veiligheidsbescherming. In Ica zie je weer driewielige gekleurde motortaxi’s. De personenwagens die dienst doen als taxi hebben een gele kleur.

Soms kom je hier in de woestijn rare mensen tegen. Zo zie je hier mensen die langs de weg alleen lopen in paars gekleurde kledij en met een Christusbeeld in de hand. Ze zwaaien naar de bus als die passeert.
Regelmatig zie je hier een mini kapel langs de weg staan om aan te geven dat hier iemand om het leven is gekomen in het verkeer. Dit was oa het geval in een iets meer bergachtig gebied op weg naar Nasca. Men was hier bezig met werkzaamheden aan de weg. Vijf man die kijken en één man die werkt. De 2 die langs beide zijden van de werkzaamheden stonden te zwaaien met de groene en rode vlag waren drukker in de weer.

Men ziet hier in dit woestijngebied oa wijngaarden, asperge plantages, katoen plantages. Je kan hier ook serres zien. Meer dan 5 jaar geleden waren er hier geen plantages. Men gaat het water van het Andes gebergte gebruiken voor bevloeiing van de plantages via irrigatiesystemen. Hierdoor veranderen hele woestijnvlakten in vruchtbare landbouwgrond. Eigenlijk is deze manier van bevloeiing niet vol te houden.

Met de Peru Tour lijnbus rijden we nu door de steenwoestijn met de Nascalijnen. Ziezo, we zijn aangekomen in de stad Nasca. De bagage brengen we over naar een andere bus en rijden dan direct richting luchthaven om met een Cessna vliegtuigje over de Nasca lijnen te vliegen. Dit zijn lijnen en tekeningen die zichtbaar zijn in de steenwoestijn. Als een condor zullen we vliegen in de lucht. De condor was een symbool voor de Peruaanse indianen.

Dit enorme netwerk van lijnen en tekeningen van dieren en planten worden toegeschreven aan de Nascacultuur die hier dit gebied van 200 v.Chr. tot 700 n.Chr. beheerste. De lijnen en tekeningen werden in de woestijnvlakte aangebracht door het trekken van strepen in het kiezelachtige oppervlak waardoor de lichtere ondergrond zichtbaar werd. De lijnen liggen in een gebied van ongeveer 350 km². Ze vormen verschillende geometrische figuren, waaronder driehoeken, rechthoeken en spiralen. De tekeningen stellen dieren uit verschillende delen van Peru voor, zoals een aap, een kolibrie, een spin, een hond, een pelikaan en een condor. De tekeningen variëren in afmetingen van 15 to 300m. De lijnen bereiken soms een lengte van 10 km.
Pas in de jaren 20, toen er regelmatig boven het gebied werd gevlogen, werden de figuren voor het eerst bewust waargenomen vanuit de lucht. Helaas was de weg naar Nasca (Panamericana Sud) al voor die tijd door het gebied aangelegd, dwars over verschillende lijnen heen.

Er volgden vele jaren van wetenschappelijke studie door onder meer Paul Kosok en Maria Reiche. De teller van mogelijke theorieën staat momenteel al op 104. Er was een onderzoeker die meende dat de lijnen aangebracht werden door buitenaardse wezens en dat bepaalde banen zouden dienen als landingsbanen voor hun ruimteschepen. Deze onderzoeker had tijdens zijn onderzoek waarschijnlijk teveel bier gedronken of had last van één of andere hoogteziekte. Een andere theorie gaat ervan uit dat het grote trapezium figuur diende als verzamelplaats bij religieuze en politieke festiviteiten. De figuratieve afbeeldingen, waarvan de lijnen elkaar niet snijden, zouden als paden gediend hebben bij ceremonies van de dodencultus.

Paul Kosok was door de Peruaanse regering aangezocht om de lijnen in de pampa van Nasca te bestuderen, omdat het hier om irrigatie kanaaltjes zou gaan. Kosok had echter snel in de gaten dat de lijnen een heel andere betekenis hadden en opperde dat ze deel konden uitmaken van een enorme astronomische kalender. Meestal als onderzoekers of archeologen er hier geen verklaring aan kunnen geven, dan is het altijd een kalender. Maria Reiche was er echter van overtuigd dat de Nasca’s destijds al in staat waren om door wiskundige berekeningen de lijnen en tekeningen nauwkeurig aan te brengen. Jarenlang werkte ze met veel inzet en toewijding aan het schoonvegen en het opmeten van de lijnen en figuren. Maria Reiche nam de hypothese van Paul Kosok over: De betekenis van de lijnen zou die van een grote astronomische kalender zijn, omdat een paar lijnen precies naar de plek lopen waar de zon op 21 juni en op 21 december, dus bij de zonnewende, ondergaat. De tekeningen zouden kunnen verwijzen naar bepaalde sterrenconstellaties. Eigenlijk is er geen enkele interpretatie bevredigend gebleken over de geometrische en figuratieve afbeeldingen en de betekenis van het hele fenomeen. Ook tegenwoordig zijn de Nasca lijnen nog aanleiding voor deels zeer fantasierijke speculaties. Ik ga mij alvast niet wagen aan een 105e theorie. Het zal ook zeker geen zandwoestijnveger geweest zijn, zoals we er enkel zagen in het noorden.

Er lag namelijk een plan van de overheid om in de pampa katoenplantages aan te leggen met behulp van een irrigatiesysteem. Maria Reiche slaagde erin dit plan tegen te houden en zo het kunstwerk van de lijnen en tekeningen te beschermen.

Gordel aantrekken, koptelefoon op, opstijgen en we vliegen erover. Het vliegtuigje gaat in een cirkel rond de figuur vliegen. Eerst aan de linkerkant, opdat mensen die links zitten in het vliegtuig kunnen kijken. Nadien wordt het toestel ongeveer 90 graden gedraaid en vliegt het toestel nog eens aan de rechterkant rond de figuur. Nu kunnen de mensen aan de rechterkant de figuren zoeken en zien in de woestijnvlakte. De piloot heeft aan waar de figuur te zien is.
Zo waren er 12 figuren die we afgegaan zijn. Dus toch een kalender, voor elke maand een figuur. Neen! Er zijn hier meer figuren in de woestijnvlakte.
De persoon naast mij in het vliegtuigje greep naar het kotszakje en begon er lijkbleek uit te zien. Gelukkig voor hem waren we op tijd terug op de grond. Gelukkig hebben we niet gegeten voor de vlucht, maar erna. Eet zeker bij voorkeur niets voordat je vertrekt, want voor deze vlucht heb je een redelijk sterke maag nodig. Neem een foto van jezelf juist voor en juist na de vlucht en zoek de 7 verschillen.

Op de luchthaven kwamen we een Peruaan tegen, verkleed als indiaan met pluimen op zijn hoofd. Hij kende ook België, omdat hij ooit getrouwd is geweest met een Belgische. Verder kwam er nog een moderne sjamaan naar ons toe om onze chakra’s en aura te onderzoeken en te genezen. Met een massage zou alle stress plots wegvliegen uit ons lijf, tot hoog boven de Nasca lijnen. Eigenlijk had ik hier geen stress en nam ik zijn business kaartje aan en ik zou hem contacteren indien ik een massage nodig had. Naast de luchthaven was er een massagecentrum. Mijn medepassagier in het vliegtuigje, die een beetje misselijk werd, kon misschien eens langs gaan.

De stad Nasca telt ongeveer 40000 inwoners. In deze stad heb ik een wandeling gedaan. Er klonk reeds muziek vanuit het hotel. Er liep een begrafenisstoet in de straten van Nasca. In de begrafenisstoet reed er eerst een wagen voorop met bloemenkransen. Daarna volgden er enkele vrouwen die een bloemenkrans droegen. Daarna volgde de witte doodskist, die door 4 mensen werd gedragen. Een ander vrouw gooide gekleurde bloemenbladeren over de kist. Daarna volgden alle familieleden. Achteraan in de stoet liepen de muzikanten. Achter deze begrafenisstoet vormde zich een file in de straten van Nasca. Men zette de kist neer voor zijn huis en iemand begon een speech te geven en te bidden. Daarna volgde er handgeklap. Toen namen ze de kist terug op en begon het muziek weer en vervolgden hun weg nu naar het kerkhof. Op het kerkhof kan je zien dat er verschillende nissen, boven en naast elkaar, zijn waar ze de mensen in begraven. Er bestaan hier in Peru ook kerkhoven waar men mensen onder de grond begraaft en dus nog gebruik maken van een grafsteen. Crematie wordt hier niet gedaan. Op een andere plaats passeerde onze bus ook een begrafenisstoet langs de weg. Over deze doodskist lag de Peruaanse vlag. Als er iemand overlijd dan gaat men hem binnen de 24 u begraven. Men brengt hem naar het ziekenhuis om te balsemen. De overledene gaat van hieruit naar de kerk, dan kan men terug gaan naar zijn huis en vervolgens brengen ze hem naar het kerkhof.

In deze stad lopen er ook schoenpoetsers rond. Even een foto nemen van een klant die zijn schoenen aan het poetsen was.

Er waren hier verschillende werkzaamheden aan de gang in de straten van Nasca. Je had het gevoel terug op een archeologische site te zijn na het zien van de verschillende gegraven putten in de straten. Steek hier maar niet de straat over met je pas gepoetste schoenen.

Overal kan je de figuren zien van de Nasca lijnen. Op het centrale plein, op de bushokjes, in een open raam. In het open raam zat er ijzerwerk in de vorm van de condor.

Ik zag hier ook een bus met een uitlaat bovenaan op het dak geïnstalleerd. Ook zijn er verschillende eetkraampjes langs de straten.

Verder zag ik hier op de grond een clochard zijn roes uitslapen. Hij had geen schoenen aan. Iedereen liep er voorbij en niemand bekommerde zich om deze persoon.

In het gebied rond Nasca ligt een uitgebreid aquaductenstelsel, dat tussen 200 en 700 na Christus door de Nasca’s werd aangelegd. De aquaducten waren een antwoord op de grote droogte die er heerste. Het water dat uit de bergen naar de kust stroomde, bevond zich op een aanzienlijke diepte. De enige manier om toch gebruik van dat water te kunnen maken, was door ondergrondse tunnels te graven en zo het water naar trechtervormige putten te geleiden. Als materiaal voor de constructie gebruikten de Nasca’s verschillende soorten stenen. Sommige putten zijn cirkelvormig, andere spiraalvormig. Het gebruik van spiraalvormige putten heeft te maken met het feit dat de gaten ook dienden om wind en zuurstof naar binnen te laten om zo schimmels en verontreiniging in het water te voorkomen. In totaal zijn er 46 aquaducten in de omgeving van Nasca, waarvan er 32 nog steeds in gebruik zijn. Er stonden hier zelfs toeristen met hun voeten in het water.

Langs de ene kant van de waterputten kan je een cactusveld zien. Aan de andere kant een aardappelveld met op de achtergrond een gebergte en een grote duin. Deze duin noemt men de “Serro Blanco” of de blanke heuvel. Men spreekt hier niet van een berg, maar van een heuvel. Het is de hoogste duin met een hoogte van 2060m.

Van de cactusvelden gebruiken ze de witte bladluis voor het vervaardigen van de drank Campari of rode lippenstift. Door het drukken op de witte bladluis ontstaat er een rode stof.

De aardappelen zijn afkomstig uit het Peruaanse Andesgebied. Aardappelen worden al eeuwenlang door de verschillende culturen gekweekt, waardoor er wel een paar honderd variëteiten zijn ontstaan. Men laat de aardappelen in de zon drogen om ze daarna lang te kunnen bewaren. Een andere manier van bewaren was om ze een nacht in de vrieskou te leggen, daarna het vocht er uit te trappen en ze vervolgens te begraven. Een vorm van vriesdrogen dus. De verschillen tussen aardappelen zijn in Peru veel groter dan bij ons: de kleuren variëren van paars tot blauw en van geel tot bruin. Ook de afmetingen en structuur kunnen enorm verschillen. Je kan ze hier op de verschillende markten zien liggen. In de Peruaanse keuken vormen ze een onmisbaar element bij tal van gerechten.

Het is vandaag nationale feestdag en toch zie je nog mensen aan het werk.

Hier in Nasca zijn we dan naar een keramiek atelier geweest. Het vervaardigen van keramiek gebeurde hier op een ambachtelijke manier. De keramiek stukken onthullen veel details uit het leven van de mensen en verschaffen informatie over het voedsel, de goden en ceremonies van de mensen, hun muziekinstrumenten, hun rituelen, huisdieren en voedingsgewassen. De uitleg kregen we van Tobi, nen toffen pee. Met zijn woordjes Frans, Nederlands en zijn enthousiasme animeerde hij ons met zijn uitleg over het productieproces van keramiek. Men gaat de klei kneden en vormen, de tuit erop, drogen, verven, polieren en bakken. Men gebruikt 7 verschillende kleuren om te verven. Het polieren doen ze met een kleine steen. Deze kleine steen wrijft hij eerst op zijn gezicht of door zijn haar. Voor het polieren gebruikt men dus het menselijk vet van de huid of van het haar. Men gebruikt geen dierenhuid hiervoor. Men gaat ongeveer 20 stuks keramiek opstapelen in de vorm van een piramide, daar gaat men een steen over doen. Boven op de steen ligt dan het hout die men verbrand. In deze oven bakken ze dan de keramiekstukken ongeveer 14 uur. Het is mogelijk dat er ongeveer 4 op de 20 gebarsten zijn na het bakproces. En nu naar de winkel om de keramiek te gaan bekijken en te kopen.

Een beetje verder kregen we uitleg in een snel tempo over het goud verwerkingsproces met behulp van miniatuur stukken. Bij deze man, die de uitleg deed, zat er precies ook een vijs los. Een groot deel van de mannelijke bevolking van Nasca probeert een inkomen te verwerven door goud te delven in de bergen. De stenen die de gouddelvers loshakken worden op grote vrachtwagens naar een van de fabrieken in de stad gereden. Eerst gaan de stenen in een grote bak, samen met water en kwik. Vervolgens worden ze fijngemalen in een grote bak met behulp van een groot rotsblok met in het midden een plank waarop de gouddelver op de maat van muziek heen en weer balanceert. Ik heb ze hier in andere fabriek in actie gezien met 2 mensen op de grote rotsblok. Dit proces duurt wel vijf of zes uur. Saai werk, als je het mij vraagt. Het fijne gruis dat ontstaat stroomt met water en kwik in een kanaaltje. Vervolgens wordt amalgaam (goud dat zich aan het kwik heeft vastgezet) met behulp van een lapje uit het water gezeefd. Daarna gaat het amalgaam naar een condensator, waarin het kwik verdampt en naar een ander vat wordt gesluisd waar het weer vloeibaar wordt. In het vat zelf blijft het goud over. Het is hard ploeteren en de opbrengsten zijn doorgaans laag. Uit de vondsten van een week blijft gemiddeld 7 of 8 gram goud over. Per gram levert het goud ongeveer 10 dollar op. Bij deze goldminer kon je ook nieuwe juwelen kopen. Een beetje verder kon je enkele grote bakken zien met een groot rotsblok waar de gouddelver op balanceert.

Vervolgens zijn we naar Ica gereden. Eventjes hebben we nog gestopt aan de uitkijktoren, die door Maria Reiche is gebouwd. Ik ben naar boven gegaan op deze toren en heb iets dichter 2 Nasca tekeningen kunnen bekijken. In Ica zijn we eerst naar het hotel gereden. In het hotel hebben we een barbecue gehad. Dit is hier mogelijk in de winter, want de temperaturen waren zeer zomers.

Op 5 km van Ica kan je de oase van Huacachina vinden. We zijn hier omgeven door zeer hoge zandduinen. Je ziet de mensen op deze zandheuvels naar boven wandelen. Hier zijn we met de groep in een buggy meegegaan. Klik alvast je gordel maar goed vast. De chauffeur, Rambo was er ook klaar voor. Alle chauffeurs hadden hier een bijnaam: naast “Rambo”, hadden we oa “de fijnen” en “de gek”. Met de buggy vlammen ze in deze zandduinen en woestijnvlaktes, alsof je in de woestijnrally Parijs Dakar zit. Het is hier een speeltuin voor volwassenen. Ze vormen als het ware met hun buggy hier “Nasca” lijnen op de zandheuvels. Het crossen over deze hellingen laat de adrenaline harder stromen en verschaft tevens spectaculaire uitzichten over de woestijnvlakten. Eventjes doen alsof hij vastzit in het zand en dan volle gas de heuvel oprijden en afrijden. Steek de handen maar in de lucht. Eerst zijn we naar een kleine oase gereden en nadien zijn we gestopt aan een zandheuvel. Je kan hier ook sandboarden, te vergelijken met snowboarden, maar dan over zand. Rambo kuiste de onderkant van het board goed af opdat we goed zouden glijden van de zandduin. Je ligt volledig met je buik op het board. Rambo geeft een duwtje aan de plank en weg ben je. Je kan altijd remmen door je voeten in het zand te brengen tijdens het glijden. Hopelijk ga je niet aan het slingeren bij de afdaling. In volle speed, ongeveer 40 meter naar beneden. Wow, de max. Dit is een supertoffe ervaring waarvan we plots niet genoeg kregen. Dus hebben we dit nog enkele keren gedaan. Je hoeft zeker geen middeltjes te kopen op de heksenmarkt om een euforisch gevoel op te wekken. Sandboarden is hier het beste kruid om een euforisch gevoel te krijgen. Vervolgens hebben we naar een plaats gereden waar we de zonsondergang hebben gezien. De zon gaat hier tamelijk vlug onder. De kippenkwekerij in de verte paste eigenlijk niet in dit romantische plaatje. Vlug nog eens sandboarden, en daar kwam een andere buggy van de helling afgevlamd. Nu begreep ik waarom ze deze chauffeur als bijnaam “de gek” hebben gegeven. Daarna zijn we in het donker teruggereden naar de startplaats. Straks gaan ze in onze hotelkamer zand mogen vegen.

’s Morgens vroeg zijn we aangekomen in de stad Pisco. Pisco zelf is vooral bekend vanwege de drank “pisco” en de vele wijgaarden. Op de akkers in en rond Pisco worden dan ook vele soorten druiven verbouwd. Het is hier een rustig stadje. Van hieruit kan je met een speedboot een bezoek brengen aan het schiereilend Paracas en de Islas Ballestas. Het zijn beschermde natuurgebieden aan de kust van Peru. Op het woestijnachtige schiereiland ontwikkelde zich vroeger de Paracas cultuur. De excursies naar de eilanden vindt altijd ’s ochtends plaats, omdat de dieren op en rond de eilanden daarmee maar een deel van de dag gestoord worden. Al voor het vertrek is duidelijk dat dit gebied veel vogels aantrekt: scholeksters en aalscholvers vliegen rond de aanlegsteiger en pelikanen dobberen op de golfslag van de vertrekkende boten. We moeten eerst onze naam bijschrijven op een passagierslijst alvorens naar de boot te gaan. De kapitein van de speedboot kreeg hier ook een bijnaam. Ze noemden hem “de kat”, omwille van zijn groene ogen. Iedereen zit in de boot en nu kan het tellen beginnen. Klopt het wel? Nog een keer tellen en nog eens discussiëren over de passagierslijsten. Alé, na een tijdje is de boot dan toch vertrokken vanuit deze vissershaven. De boottocht voert ons naar de Candelabro, een indrukwekkende geoglief van een driearmige kandelaar in een zandduin langs de baai. Het is een enorme tekening van 128m lang en 78 m breed, waarvan de diepte varieert tussen de 10 en 60 cm. Deze tekening is eeuwen bewaard gebleven dankzij het constante klimaat. Bovendien zien sommigen het als een afbeelding van de sterrenconstellatie van het zuiderkruis, terwijl anderen er een gestileerde cactus (een machtssymbool) in zien.
Er blijft echter een zekere mysterie rond deze tekening hangen. Nadien varen we naar de eilanden voor de kust. De meeuwen vliegen hier massaal over onze hoofden. Zet maar een hoofddeksel op. Je weet maar nooit dat er vogelpoep naar beneden valt. Het mest van de meeuwen (guano) is lange tijd een belangrijk export product geweest, voor gebruik in de landbouw. De kwaliteit van deze mest is goed omdat er geen regen is. Door het gebruik van kunstmest is de export verminderd. Uiteindelijk zou deze mest toch nog altijd een betere kwaliteit hebben dan kunstmest. Er zit hier veel vis in het water. Je kan de vogels hier kaarsrecht naar beneden zien duiken tegen ongeveer 100 km/u om vis te vangen. Indrukwekkend! Geen tien om te zien, maar duizenden om te zien. De boot vaart in een rustig tempo rond de verschillende eilanden om zowel een blik te werpen op de prachtige rotsformaties en grotten als op de indrukwekkende fauna die je hier aantreft. Op de rotsen zie je opeengestapelde stenen muurtjes gebouwd. Dit dient om te voorkomen dat het mest (guano) van de meeuwen niet in de zee zou vallen. Regelmatig is men boven op de rotsen aan het werk om de vogelmest af te schrapen. Er is hier ook een kamp waar er mensen verblijven op dit rotseiland. Het zijn de bewakers van het mest. Op de rotsformaties kan je naast zeeleeuwen, verschillende vogelsoorten zien: jan-van-gents, aalscholvers, gieren, scholeksters, pelikaan, zeemeeuwen en zelfs pinguïns. Je kon zelfs een oranje kleurige zeespin zien op de rotsen. Het is niet voor niks dat deze eilanden wel als de Galápagoseilanden van Peru worden aangeduid. Na ons bezoek varen we terug naar de haven van Pisco.

Op de wandelpromenade kan je op je gemak kuieren tussen de verschillende winkeltjes en restaurants. Aan de tafels van de restaurants trachten muziekgroepen een centje bij te verdienen.

Na het middageten zijn we naar de bushalte in Pisco gereden om terug de Tour Peru lijnbus te nemen naar Lima. De lijnbus had vertraging. Geen paniek, busje komt zo. Langs de zijkant stonden enkele verroeste en onbruikbare buggy’s. Het leek wel een mini buggykerkhof.