dinsdag 31 augustus 2010

Reisverslag Peru: Andes gebergte zuiden


De volgende morgen is het vroeg opstaan voor een lange verplaatsing met de bus. We moeten ons 460 km verplaatsen richting Puno. We rijden nog lange tijd langs de rivier Urubamba. In Pisac rijden over de rivier Urubamba via een noodbrug. De brug is hier vernietigd door de overstromingen in maart. Het nabijgelegen politiecommissariaat was ook weg door de overstromingen. Hierna kon je fabrieken langs de weg zien waar ze dakpannen vervaardigden.
Nadien hebben we een busstop gehouden in het dorp Quispicanchi. Op het centrale plein zie je een standbeeld staan. Ook schoenpoetsers zie je hier aan het werk. Hier was er een vrouw die haar handen voor haar hoofd hield en blijkbaar niet op de foto wilde staan.

We zetten onze reis verder en komen aan bij het tempelcomplex van Raqchi. Dit is een minder bekende Incaruïne. Aan de ingang van het tempelcomplex zien we een kerk staan en ook weer een aangekleed kruis.

De tempel is een eerbetoon aan de god Wiracocha, de oppergod van de Inca’s. Na een zware aardbeving is er een centrale muur overgebleven van 90 meter lang, die dienst deed als omwalling. Bovenop deze muur hebben ze een dak gezet om de stenen muur te beschermen tegen regen. Naast de hoge muren zijn er nog een aantal parallelle straatjes en pleinen met kleine identieke huisjes voor de monniken. Alles is opgetrokken uit adobe, een mengsel van leem en stro. Indrukwekkend om dit allemaal te zien.

Aan de oostelijke kant van de tempel staan er verschillende ronde pakhuizen, met een diameter van 12 meter. Eén ervan is volledig gerestaureerd. Deze pakhuizen of schuren werden gebruikt om oa graan in te bewaren. Aan de westelijke kant van de tempel is er een groot gebied, dat nu voor de landbouw wordt gebruikt.

Een groot probleem bij de Inca’s was de troonsopvolging. De Inca’s verkozen ook de diplomatie ipv de oorlog. Dit gebeurde bij de inlijving van een andere stam bij het Incarijk. Zo onderhandelden ze dat iemand de leider van het rijk werd in ruil voor voedsel aan die stam.

Klaar! We zetten onze reis verder en onderweg zagen we een begrafenisstoet langs de weg. Deze keer lag er een Peruaanse vlag op de doodskist. We volgen nog steeds de Urubamba rivier, maar deze wordt kleiner en kleiner.

Tijdens de busrit kunnen we de verhalen aanhoren over de misdaad en geweld in Peru. In de grote steden komt de misdaad in verschillende vormen voor. Vooral de grote inkomensverschillen wakkeren de misdaad fors aan. Ook de georganiseerde misdaad, al of niet verbonden met drugshandel, heeft een belangrijke greep op de samenleving. Twee grote guerrilla bewegingen waren verantwoordelijk voor veel geweld in Peru. Het bekendst is het Lichtend Pad.

Het Lichtend Pad is ontstaan in 1963 uit een studentenvereniging. In het begin werd er een dode hond aan een lantaarnpaal gehangen, maar ze werden in het begin eigenlijk niet serieus genomen. Deze radicale beweging trad voor het eerst duidelijk naar buiten in 1980 met gewelddadige acties. Leider en ideoloog van deze zich maoïstisch noemende organisatie was Abimael Guzman. Het aanvankelijke succes van het Lichtend Pad was te danken aan de zware economische crisis waar de boeren in die periode onder gebukt gingen. Door de verpaupering en de gedwongen migratie groeide de onvrede van de boerenbevolking en werd ze ontvankelijk voor de boodschap van de beweging. De noodtoestand werd uitgeroepen door de toenmalige president en er werden troepen uitgestuurd. Dit leidde tot bloedige confrontaties tussen het leger en de guerrillabeweging, waarvan veel burgers het slachtoffer werden. Het Lichtend Pad verhardde zijn strategie, pleegde brute moorden en voerde bomaanslagen uit op oa politieposten. Ook vielen ze civiele doelen aan en doodden burgers waarvan werd vermoed dat ze met de overheid heulden. Ook lieten ze autobommen exploderen en werden er elektriciteitscentrales met dynamiet vernietigd wat tot elektriciteitspannes leidde.
Vanwege de willekeur waarmee ze slachtoffers maakte, werd de beweging steeds meer gevreesd en begon, ze haar aanhang te verliezen. Doordat de armen aan het afhaken waren werd de guerrilla strijd van het Lichtend Pad erger om aan te tonen dat ze wel degelijk nodig zijn.

In dezelfde periode was er ook een andere guerrillaorganisatie actief, namelijk MRTA. Deze beweging had een ander handelsmerk dan het Lichtend Pad. Haar leden legden zich vooral toe op het kidnappen van zakenlieden en andere rijken.

De president Fujimore is erin geslaagd om terug wat rust te brengen in Peru. De belangrijkste leiders van beide groeperingen werden gearresteerd. Het hoogtepunt was de arrestatie van Abimael Guzman in 1992. Doordat hun leider werd opgepakt valt het Lichtend Pad als een kaartenhuisje in elkaar. Er volgen verschillende campagnes waarin guerrillo’s werden opgeroepen om zich over te geven in ruil voor amnestie. Hieraan gaven duizenden strijders gehoor en andere vluchtten of “losten op” in het normale bestaan.

Momenteel is het Lichtend Pad actief in het drugsmilieu. Alé, ze hebben terug een pad gevonden. Enkele overblijvende leden van het Lichtend Pad kwamen in 2003 in contact met drugstrafikanten en hielden zich bezig met het verhandelen van cocaïne. Ze houden zich niet meer bezig met de revolutie. Het is nu momenteel wel een taboe om over het Lichtend Pad nog te spreken.

Met de bus komen we aan op het hoogste punt van onze reis. We zitten nu op een hoogte van 4335 meter hoogte. Alhoewel er hier drie borden te vinden zijn, waarop verschillende hoogtes staan vermeld. Hier kon je weer textiel en andere zaken kopen aan de kraampjes. Of je kon foto’s nemen van de prachtige berglandschappen met besneeuwde toppen, van de lama’s en de locale mensen. Op het hoogste punt kan het hier ‘s nachts -15 °C tot -25°C zijn en overdag kan het ongeveer +16°C worden.

We zetten de busreis verder en dan zie je het landschap veranderen in dorre en uitgestrekte vlakten, met minder hoge bergtoppen. Ook lag er een spoorweg op onze route en kon je de trein zien passeren. We rijden hier door de “altiplane” op ongeveer 3850 meter hoogte boven zeeniveau. We kunnen hier ook oppervlaktes met zout zien langs de weg. Vroeger was er hier zeewater en die zee is weggetrokken in de “altiplane”, waardoor het zout is achtergebleven. Op deze hoogvlakte is het niet ideaal om aan landbouw te doen. Je zal hier bv geen maïsplantages vinden. Als enige uitzondering kan je soms aardappelplantages vinden. Hier wordt er meer aan veeteelt gedaan. Koeien, schapen, lama’s en alpaca’s zijn hier gretig aan het grazen. De begroeiing op de altiplane is voedsel voor de dieren. Opletten voor overstekend vee op de weg. De verkeersborden langs de weg geven dit alvast aan dat je moet opletten voor overstekende koeien. Je kan hier ook vlakten zien die afgebrand zijn. Men doet dit opdat er nieuwe grasscheutjes zouden kunnen groeien. Deze nieuwe grasscheutjes zijn dan beter en lekkerder voor het vee op de altiplane. Onderweg zie je hier langs de weg ook regelmatig begraafplaatsen. Blauw of rood gekleurde kapelletjes en verschillende kruisjes kan je zien. Het is niet zoals in Lima waar men de mensen begraaft in nissen.

We komen ook nog een bende Finnen tegen die met een motortaxi een tocht deden van Lima naar Buenos Aires in Argentinië.

We naderen de stad Juliaca. De stad Juliaca is de lelijkste stad van Peru. Er staan wrakken langs de weg, de huizen zijn niet afgewerkt. Er zit hier weinig kleur in deze stad. Het nodigt zeker niet uit om hier een busstop te houden. Langs de weg zie je vrachtwagens die grote gasflessen of jerrycans met brandstof vervoeren. Dit dient voor de smokkel naar Bolivia. Ook bloeit de namaakindustrie hier. De mensen worden er rijk van.

Vervolgens komen we terecht in het stadscentrum van Juliaca. Hier staan we in de file en heerst er een grote drukte. Er zit hier wel leven in de brouwerij. Het verkeer is hier een heksenketel. Gebruik je claxon maar. Er rijden hier veel fietstaxi’s rond. Je kan vooraan plaatsnemen met 2 personen en de taxibestuurder mag op de fiets trappen.

Bij het buiten rijden van de stad Juliaca kunnen we nog de universiteit zien. Dit is wel een modern ogend en groot gebouw.

Nadien zijn we naar de torens van Sillustani gereden. Dit archeologische complex is gelegen aan de oevers van de lagune Umayo en wordt beschouwd als een van de hoogst gelegen (hoger dan 4000 m) en meest indrukwekkende grafsteden van de wereld. Aan het meer zien we aangelegde dijken om overstromingen te voorkomen. Opvallend zijn de “chullpas”, grote ronde en vierkante stenen torens. De buitenmuren van de torens bestaan uit vulkanisch gesteente, die op vakkundige wijze gebeiteld en aan elkaar gepast zijn. Deze torens werden ooit gebouwd door de Colla’s om de stoffelijke resten van hun meest vooraanstaande autoriteiten in te begraven. Ze bevatten de in gehurkte houding bijgezette mummies van verschillende edelen of van hele adellijke families. In zo een graf met edelen werden er soms 12 lichamen gebracht en de doden werden zelfs in vijf verdiepingen boven elkaar gestapeld. De lichamen werden samen met voedsel, juwelen en andere bezittingen van de doden begraven. Daarna werd de toren verzegeld.

Sommige van die torens zijn wel 12 m hoog met als bijzonderheid dat ze aan de bovenkant een grotere diameter hebben dan beneden. De belangrijkste toren, de “Chullpa del Lagarto” of de “toren van de hagedis”, heeft bijvoorbeeld een diameter van 7.2 m aan de voet en 7.6 m aan de top. Dit is genoemd naar een klein reliëf aan de buitenkant in de vorm van een hagedis. Het metselwerk getuigt van een enorme bekwaamheid en wordt door sommigen als superieur aan dat van de Inca’s beschouwd. Ook zagen we torens die ondersteuning nodig hadden om niet verder in te storten. Er was geen geld meer voor de renovatie van deze torens. Heeft deze enorm tijdrovende en kostbare begrafeniscultus van de Colla’s ook een diepere betekenis? De chullpas hebben in sommige gevallen duidelijk de vorm van een zeer grote, geërecteerde fallus. Levenskracht, scheppingskracht en wedergeboorte worden erdoor gesymboliseerd.

Plots zien we over het gebied 3 flamingo’s vliegen. Je zou kunnen zeggen dat de Peruaanse vlag daar vliegt. De kleuren rood, wit, rood op de Peruaanse vlag zijn afkomstig van de flamingo. De elite in Peru, die van Spaanse origine waren, hadden eigenlijk weinig belang bij de onafhankelijkheid van Peru. Vandaar dat het een Argentijn (José de San Martin) was die voor de onafhankelijkheid van Peru streed. Toen hij aangekomen was in Baracas had hij verschillende rood en wit gekleurde flamingo’s gezien. Hij was hierdoor gefascineerd geraakt, zodat deze kleuren werden gekozen voor de nationale vlag in Peru. Later heeft de regering daar een wapenschild bijgevoegd met een afbeelding van een lama, een boom en een hoorn. Het wapenschild toont de drie rijkdommen van het land. De kleine lama symboliseert de fauna, de boom symboliseert de flora en de hoorn symboliseert de overvloed aan minerale rijkdom in Peru.

De Argentijnse vrijheidsstrijder José de San Martin landde met zijn leger in 1820 in Pisco. Hij was er reeds in geslaagd om Chili op de Spanjaarden te veroveren. In 1821 heeft San Martin Lima ingenomen en riep hij de onafhankelijkheid uit. Het kostte echter ook moeite om ook het binnenland te bevrijden en in 1822 deed San Martin een beroep op Simon Bolivar.
Bolivar kreeg uiteindelijk in het hoogland van Peru de hulp van guerrillabewegingen en leverde de laatste veldslagen die leidden tot de onafhankelijkheid in 1824.

In de nabijheid zijn er typische boerderijtjes, die op een afstand van elkaar liggen. Zo hebben we er één gaan bezoeken. Voor de boerderij liggen de uitwerpselen van de lama’s en alpaca’s. Niet te dicht bij die beesten komen, opdat ze toch niet beginnen te spuwen. We hebben een rondleiding op de boerderij gekregen van de bewoonster, een oudere vrouw. De boerderij is gebouwd met opeengestapelde stenen, geen adobes. De daken zijn van riet. Op de ingangspoort of op de daken staan hier ook weer 2 stieren beeldjes. Het symbool van kracht. De keuken is buiten in de open lucht. Het gasfornuis bestaat uit een stenen plaat. Onder deze steen maken ze vuur en op de warm geworden steen staan dan de potten en de pannen. Ze toont ons ook een schaal met verschillende variëteiten van aardappelen. We mochten de aardappelen proeven met een sausje erbij. Achteraan vinden we nog een bak vol cavia’s of guineese biggetjes. Eveneens zien we hier opeengestapelde stenen liggen. Dit gebruiken ze als een oventje om er een gerecht van vlees, kruiden en aardappelen in te maken. We mogen binnenkijken in de ruimte waar ze slaapt. Ze gaf ook een demonstratie, hoe ze de dieren wegjagen die te dicht bij de boerderij komen. Ze zwaaide met een touw en sloeg het touw tegen de grond. Zoals bij een zweep maakte ze een geluid, die de dieren schrik aanjoeg.

Welgestelde Peruanen zullen niet laten uitschijnen dat ze rijk zijn. De arme mensen krijgen namelijk geld van de staat. Een ander probleem hier in de Andes is het organiseren van onderwijs aan een kleine groep van kinderen, omdat ze soms afgelegen wonen.

We rijden nu verder naar Puno. Het is ondertussen donker geworden. In het wegdek zien we langs beide kanten lichtjes om de rijweg aan te geven. Puno ligt aan het Titicacameer en loopt hellend naar boven. Het is een stad van 180000 inwoners. We hebben nog dezelfde avond een wandeling gemaakt in het stadscentrum. Het zijn vooral de oudere vrouwen die nog de traditionele klederen met een bolhoed dragen. Soms hangt er aan hun bolhoed nog een trosje, dat dient als versiering. De jongere vrouwen zie je geen traditionele klederen dragen. Over enkele jaren kan het zijn dat de vrouwen met traditionele klederen en bolhoeden zullen verdwijnen uit het straatbeeld en het alleen nog gedragen zal worden bij festiviteiten.

In de winkelstraat of wandelpassage “Jiron Lima” lopen er verschillende verkopers van mutsen, truien en schilderijen. Naast de verkopers, zitten er in deze winkelstraat ook bedelaars. Men verkocht hier nog de analoge filmrolletjes. Anderen trachten je binnen te krijgen in hun restaurant. In de verschillende restaurants zie je vooral de toeristen zitten. Tijdens het avondeten heb ik in het restaurant mij nog eens laten verwennen met een stukje alpaca vlees.

Het centrum van Puno wordt gevormd door de “Plaza de Armas”, waaraan ook de kathedraal ligt. Deze kathedraal dateert uit de 17de eeuw en de bouwstijl is een combinatie van Spaanse barok en elementen uit de Andes. Deze kathedraal toont de sterke invloed die de inheemse tradities op de kunst van de veroveraars had. Het is een overdadig versierde gevel in mestizo-stijl. Via de winkelstraat of wandelpassage “Jiron Lima” komen we terecht op een ander plein, het “Parque Pino”. Langs deze wandelpassage liggen veel cafés en restaurants en het geheel geeft een bijzonder sfeervolle indruk. ’s Avonds fungeert deze straat als een flaneerboulevard voor bewoners en toeristen. Hier kijken ze zeker niet vreemd op van toeristen. Het “Parque Pino” is een klein pleintje, waaraan een kerkje ligt dat opvalt door de rode randen langs de gevels en de verschillende puntdaken. Je kan hier ook tamelijk veel winkels zien waar je op het internet kan gaan.

We leerden in het noorden van Peru hoe belangrijk dualiteit in het leven was van de verschillende culturen. Bij het nemen van een douche in het hotel was de dualiteit nog in orde, want ik had nog warm en koud water. Maar na een tijdje was het gedaan met het warme water.

De volgende ochtend worden we wakker van de panfluitgeluiden op de gang in het hotel.
We komen in contact met onze locale gids Maité. Aan de ingang van het hotel staan verschillende typische fietstaxi’s klaar voor ons, die ons naar de haven brachten in de Punobaai. Het Titicacameer gaat door voor het hoogste bevaarbare meer ter wereld (ongeveer 3800 m). Het ligt op de grens tussen Peru en Bolivia. Het meer heeft een oppervlakte van 8559 km², waarvan 65 procent op Peruaans grondgebied ligt. Het diepste punt van het meer bedraagd 282 m. Rond het meer liggen veel landbouwgebieden en veehouderijen. Het meer is rijk aan vis en trekt daardoor veel vogels aan. Het woord Titicaca komt van “poema” en “rots”. Er liggen verschillende eilanden, waaronder Amantani, Taquile en de Uros eilanden. Doordat de eilanden op een aantal uren varen van elkaar liggen, heeft zich op elk eiland een eigen cultuur ontwikkeld. Dat maakt ieder afzonderlijk eiland een aparte attractie voor bezoekers.

De hoogvlakten van het district Puno rond het Titicacameer vormden tussen 800 en 1200 na Christus de bakermat van de Tiwanakucultuur. Deze cultuur had zeer grote invloed op andere culturen op Peruaans grondgebied, vooral in religieus opzicht. Er is veel architectuur uit die periode overgebleven, evenals bijzondere keramiek en textiel. Toen de Tiwanakucultuur in verval raakte, namen de Colla’s en de Aymara’s de macht in het gebied over. De bevolking rond het Titicacameer stamt voor een groot deel af van de Aymara’s en niet van de Inca’s zoals in andere delen van het Peruaanse Andesgebied. Hier kan je de taal Aymara taal horen spreken.

In de haven liggen veel verschillende boten naast elkaar. We stappen op één van deze boten, die ons eerst naar de Uros eilanden en nadien naar het eiland Taquile zal brengen. Op ongeveer 5 km afstand en 20 minuten varen van Puno liggen de drijvende eilanden van Uros. In totaal omvatten ze ongeveer veertig verschillende eilanden die gemaakt zijn van totora-riet, dat in de baai van Puno groeit. Op deze eilanden wonen de Uros, een inheemse groepering, waarvan de oorsprong ver voor het tijdperk van de Inca’s ligt. Toen er op het vasteland conflicten uitbraken tussen de Colla’s en de Inca’s, vluchtte dit volk het meer op en vervaardigde daar haar eigen eilanden.

De huidige bewoners van deze eilanden hebben zich vermengd met de Quechua’s en Aymara’s uit het district. Bij de Aymara’s zijn de vrouwen de baas en zien hun ogen er ronder uit. Bij de Quechua’s zijn de mannen de baas en zien hun ogen er meer gespleten uit. Twee verschillende culturen met een verschillende kledij, taal en mentaliteit.

Elk eiland wordt bewoond door dertig tot vijftig personen, die hun huizen en hun boten ook van totora-riet hebben gebouwd. De bevolking leeft gedeeltelijk van de visserij en de jacht op vogels. Daarnaast houden de vrouwen zich bezig met het weven van wollen tapijten en met breien. De tapijten vallen op door hun kleurige patronen die de leefwijze van Uros weergeven. Om de Uros niet te veel in hun leefsituatie aan te tasten, zijn slechts enkele eilanden voor de toeristen opengesteld. Op sommige woonhutten staat er een televisieantenne en hebben ze de mogelijkheid om naar TV te kijken. De elektriciteit daarvoor wordt geleverd door zonnepanelen.

Bij het naderen van onze boot beginnen de bewoners van het eiland te zingen, om ons te verwelkomen. Ze zien ons graag komen. Want we zijn mensen met vele Peso’s, de locale munteenheid in Peru. We mochten direct gaan zitten en kregen een demonstratie hoe ze die drijvende eilanden maken en onderhouden. Men had in het Titicacameer verschillende blokken met aarde, waarop het riet groeide, genomen. Het riet dat groeide op deze blok hebben ze afgesneden. In het midden van elke blok steken ze stokken en gaat men er een touw rond doen om de verschillende blokken aan elkaar te hechten. Hierop leggen ze dan geschrankt het afgesneden riet. Vervolgens gaat men nog een touw aan die stokken bevestigen en aan het andere uiteinde van het touw bevestigen ze een steen. Deze steen brengen ze naar de bodem opdat het geheel niet teveel zou afdrijven. De drijvende eilanden bestaan uit meters dikke lagen riet, dat reeds na enkele maanden moet worden vervangen, omdat de onderste laag in het koude water haar drijfvermogen verliest en langzaam maar zeker wegrot. Uiteraard mag de onderkant van het eiland niet vastgroeien met de bodem van het meer, anders zijn er overstromingen mogelijk op het eiland. Je voelt je zo een beetje aan het wegzakken als je op dit eiland hier loopt te wandelen. Op de drijvende eilanden hebben ze dan hun rieten huizen gebouwd. In het midden op het eiland zien we een vijver waar ze vis in kweken. Op verschillende eilanden zie je zelfs een uitkijktoren.

We hebben dan een demonstratie gekregen van het drijven van handel tussen verschillende vrouwen in hun eigen Aymara taaltje. Leuk om te zien. Het was alsof ze ruzie aan het maken zijn. Het kan wel gebeuren dat er ruzie op het eiland is tussen verschillende bewoners. Dan is voor hun de oplossing simpel. Ze zagen en splitsen het eiland in 2 stukken en de eilanden kunnen dan naar een andere plaats afdrijven.

Nadien werden we uitgenodigd door de mollige vrouwen in hun hut. Iedere vrouw nam 2 mensen mee in hun woonhut. We mochten direct op het bed van de lachende “Maria” gaan plaatsnemen en ze vroeg ons fototoestel, om van ons een foto te maken. Zeg nu maar “Titicacaaaaa” om met een lach op de foto te staan. Er wordt nog een foto van mij genomen tesamen met “Maria”. Bij het lachen ziet haar gebit er wel zeer verzorgd uit. Alle “Maria’s” zijn hier rond en gezond door veel te eten. De dikke vrouwen hier op deze eilanden, zijn een schoonheidsideaal. Men kan de vrouwen hier bij manier van spreken rollen. Maar eigenlijk trachten ze meer om ons geld te doen rollen. Ze stellen na de foto-shoot in hun woonhut, al hun verschillende souvenirs voor. Dit zijn geweven tapijten, doeken, beeldjes, rieten miniatuurbootjes, beschilderde bekers en zoveel meer. Sommige artikelen hangen zelfs aan een waslijn.

De vrouwen dragen zeer verschillende kleurrijke kledij. Ze brengen hier eigenlijk kleur in het leven. Bv dragen ze een volledig oranje rok, een witte blouse met hierover een blauw jasje waar bloemmotieven op staan. Verder dragen de meeste vrouwen er een hoedje bij. De meeste vrouwen dragen “pon ponnetjes” op het uiteinde van hun 2 vlechten.

Er was ondertussen een vrouw, aan de rand van het eiland, gerechten aan het bereiden. Er stonden 2 stenen ovens naast elkaar op een bodemplaat. Op elke stenen oven was het mogelijk om 2 potten of 2 pannen te stellen. Ze was bezig met het bereiden van een visgerecht. Ze gebruiken het water uit het Titicacameer, die men dan kookt. Het water is hier meer zoet dan zout.

We zien nu ook een boot met verschillende goederen langs de verschillende eilanden varen. Dit is hier de drijvende supermarkt.

In het Titicacameer hadden ze forellen gezet. Hierdoor werden de andere kleinere vissoorten in het Titicacameer opgegeten. Nu zag je nabij de Uros eilanden netten in het water liggen waarin ze nu de forellen kweken.

Als ze naar het toilet moeten gaan voor een grote boodschap, dan maken ze een mandje en doen ze daarin hun behoefte. Ze maken het mandje dicht en laten het achter in het riet. Maar momenteel zijn er door de staat ook drijvende toiletten voorzien.

We hebben hier ook nog een boottochtje op een grote rieten boot gedaan rond een ander Uros eiland. We mochten plaatsnemen op de bovenverdieping van de boot om een goed uitzicht te hebben. Deze grote boten waren versierd met 2 grote dierenkoppen uit riet op de boeg. Er waren 2 mannen die aan het roeien waren. Men leert hier van jongs af aan om zich met een grote behendigheid in deze boten te verplaatsen.

Nadien stappen we weer in onze andere boot om naar het eiland Taquile te varen. Deze tocht zal 2 uur duren op het Titicacameer. De mollige dames wuiven ons uit en zingen “Sous le pont d’Avignon”. Eigenlijk willen ze liever zeggen, bedankt voor jullie centjes.

Een middel dat ze hier gebruiken tegen de hoogteziekte zijn de coca bladeren. Ze vouwen het coca blad in een bolletjes en steken het tussen de tong en de kaak. Vervolgens gaan ze hier een tijdje op zuigen. Dit heb ik dan ook eens geprobeerd. Dit is een ritueel dat ze elke morgen met 3 coca blaadjes doen.

Het eiland Taquile is bijna 6 km lang en meet op zijn breedste punt 1600 m. Er wonen hier ongeveer 2000 mensen. Onze boot was één van de eerste die aankwam in de haven op Taquile eiland. In de verte zagen we verschillende andere toeristenboten afkomen naar het eiland. Het leek wel of er een invasie en een aanval op het eiland ging gebeuren.

Vanaf deze haven moeten we beginnen naar boven gaan. We volgen een smal klimmend pad langs de terrassen met prachtige vergezichten over de omgeving en het meer. Het is een stevige klim en je voelt dat je zelfs met een goede conditie vlug buiten adem kan geraken op een hoogte van meer dan 3000 m. Nadien was er nog een tamelijk vlakke wandeling naar het dorp zelf. Dit dorp ligt ongeveer 150 m hoger dan het meer.

De natuur is één grote pracht op dit eiland. Er staan overal eucalyptus bomen en cipressen die hier in de jaren 50 geplant werden. Deze bomen hebben zich aangepast aan het klimaat in deze regio. Ik zag hier op het eiland ook de “cantuta”, een kelkvormige rode bloem of ook wel de nationale bloem genoemd. In het water rondom Taquile groeit totora riet en op de bergwanden groeit het stevige gras, wat gebruikt wordt als voeding voor de schapen. We kwamen zelfs een kudde schapen tegen.

Het karakter van het eiland wordt bepaald door de bewoners die door de eeuwen heen hun tradities bewaarden. Dit komt onder meer tot uiting in de traditionele kleding van zowel de mannen als de vrouwen, die ze zelf geweven, gebreid en geborduurd hebben.Voor mannen en vrouwen is er een groot verschil in klederdracht. De mannen van Taquile dragen zwarte wollen broeken en geweven witte hemden met daaroverheen een vestje. Op hun hoofd dragen ze een zelfgebreide muts. De kleur van de muts en de wijze waarop ze deze dragen verraadt of ze getrouwd zijn of vrijgezel. De vrouwen dragen een witte blouse en een zwarte rok. Over hun blouse dragen ze een zwarte sjaal en dikwijls ook nog een aparte sjaal om hun hoofd. Zowel de mannen als de vrouwen dragen kleurige fajas, ceintuurs, waarin soms de belangrijkste gebeurtenissen uit hun leven zijn geborduurd. Voorbeelden van deze folkloristische kledingstukken, variërend van fijn geborduurde blouses tot gordels, mutsen en jasjes die de mannen dragen, zijn op het eiland te koop in één van de winkels van de coöperatieve weverijen op het grote plein.

Er zijn geen wegen, wagens, vrachtwagens, bromfietsen of fietsen op Taquile. Alles wordt te voet gedaan. Er zijn ook geen hotels op het eiland. Toeristen die op het eiland willen overnachten worden ondergebracht in particuliere huizen bij families. De vaste bewoners van het eiland staan bekend om hun gastvrijheid. Op het eiland zie je stenen huizen staan met op het dak golfplaten. Eigenlijk kunnen de mensen hun favoriete soaps op TV bekijken, want je kan hier ook zonnepanelen en schotelantennes zien.

Nadat Peru onafhankelijk was geworden, deed Taquile dienst als gevangenis eiland. De bewoners op Taquile leven nog steeds volgens de oude tradities van de 14 de eeuw en volgens de principes van de Inca's. Hier heeft de tijd dus stilgestaan en worden de 3 gouden regels van het zonnerijk nog steeds gerespecteerd: Ama suwa, Ama quella, Ama llulla (steel niet, ben niet ijdel en lieg niet). Het contact met andere beschavingen was verboden om hun oudere gewoontes te bewaren. Hoewel de Spanjaarden tijdens de kolonisatie zich opdrongen op deze eilanden, hebben ze geen invloed gehad op deze gewoontes en tradities. Taquile is zonder twijfel een eiland dat veel uitstraalt. Levensgenot, goede humor, lachende gezichten en de algemene steun van de commune.

Taquile is helemaal gericht op het verwerken van wol. De vrouwen en de meisjes lopen de hele dag met hun spintol rond of zitten te weven. Veel mannen of zelfs jonge jongens dragen voortdurend een breiwerk bij zich en breien mutsen (chullos). De kleuren van de ontwerpen geven ook informatie over de drager. Bepaalde kleuren staan voor burgerlijke status of maatschappelijke positie, bepaalde kledingstukken worden alleen op feestdagen gedragen. Er wordt zelfs een vloeistof gedaan in de gebreide muts. Als de vloeistof in de muts blijft betekend dit voor de vrouw dat de man goed is in breien en een goede partij zou kunnen zijn.

De mannen dragen op het eiland een puntige gebreide muts, die volledig rood kan zijn of gedeeltelijk in het wit en gedeeltelijk in het rood. Dragen ze een volledig rode muts, dan zijn die mannen volwassen. Is de muts gedeeltelijk wit bovenaan en gedeeltelijk rood onderaan, dan zijn ze maar een stukje volwassen en zijn ze eigenlijk nog een beetje “groen achter hun oren”. Als je de bol, op het uiteinde van de muts, aan de rechterkant van hun gezicht ziet liggen, dan zijn deze mannen op jacht naar een vrouw. Zie je het aan de linkerkant van hun gezicht liggen dan zijn deze mannen niet geïnteresseerd in de vrouwen. De vrouwen zwieren met de “pon ponnetjes”, op het uiteinde van hun vlechten, naar de mannen om hun te verleiden. Als de man een steentje gooit weg van haar, dan zullen ze gewoon “vrienden blijven”. Gooit de man het steentje in haar richting, dan is de aantrekkingskracht wederzijds en slaat de “vlam in de pan”. Ze hebben nu verder contact met elkaar. Later gaan ze op bezoek bij de familie en die geven hun goedkeuring. Na die goedkeuring kunnen ze samen gaan wonen. Indien blijkt dat het toch niet goed gaat in de relatie dan gaan ze uit elkaar en kunnen ze zonder probleem terug op zoek gaan naar een nieuwe partner. Gaat het wel goed tussen het koppel, dan kan er later een huwelijk volgen, die drie dagen duurt. Eigenlijk is het echte huwelijk op de derde dag. Na het huwelijksfeest zijn ze voor eeuwig met elkaar verbonden en kunnen en mogen ze niet meer uit elkaar gaan. Ontstaat er later een conflict of is er ruzie in het huishouden, dan is het de leider van de gemeenschap, die beide partijen bij elkaar brengt en beslist in dit conflict en hoe het verder moet gaan tussen beide partijen. Er is hier geen politie of gerecht die vaststellingen en beslissingen doet bij een conflict tussen partners. Er zijn hier in totaal zes gemeenschappen en dus zijn er zes leiders op het eiland.

We komen aan op het grote plein. Hier was er een groot volksfeest aan de gang met dans en muziek. Het is namelijk het feest van “San Santiago” (een patroonheilige) en gaat door van 25 juli tot 5 augustus. Op het plein staat er een paal recht, waarop bovenaan verschillende linten zijn bevestigd. De vrouwen in traditionele klederdracht houden elk een lint vast en dansen rond de paal. De mannen gaan ook rond de paal meedraaien en maken de muziek met trommels en fluiten. Ik zag zelfs dat de linten bevestigd waren op het uiteinde van de fluit, die de mannen bespeelden tijdens hun dans rond de paal. Uiteindelijk mag de paal niet omvervallen. Voor de veiligheid stond er toch iemand met zijn handen de paal vast te houden. Soms stond de paal wel eens scheef bij het zien van deze festiviteiten. De mannen en vrouwen droegen hoeden met veel pluimen op. Eigenlijk kan je niet lang naar dit kattengejank van muziek luisteren. Verschillende mannen en vrouwen in traditionele kledij zaten op een rij naar het spektakel te kijken. Het lijkt hier wel het carnaval in Binche te zijn, alleen is het een andere carnavalsgroep.

Na het eten in een restaurant op het eiland, dalen we via vele steile trappen terug naar de haven af. Het is niet dezelfde haven als toen we aankwamen op het eiland. We varen nu terug naar Puno. Ondertussen kunnen we op de boot genieten van het zonnetje boven het Titicacameer. Goed insmeren, want we zitten op grote hoogte.
Ondertussen eens langs geweest bij onze locale gids Maité, die het handlezen onder de knie had. De toekomst die in mijn handen te lezen was ziet er goed uit.

De volgende dag vertrekken we verder met de bus naar het zuiden van Peru langs het Titicacameer. Vanuit Puno is het eigenlijk nog 147 km tot aan de grens met Bolivië. Je komt hier langs de weg veel douane controles tegen. Zo wordt ook ons busje tegengehouden door de douane, maar we mogen direct doorrijden als ze merken dat we maar toeristen zijn. Deze route langs het Titicacameer tussen Peru en Bolivia is eigenlijk een smokkelroute. Zo is het mogelijk dat er busjes passeren met allemaal Peruanen of allemaal Bolivianen. De Peruanen smokkelen onder andere gasflessen naar Bolivia. De vrouwen gaan op de gasflessen zitten met de rok over de gasfles. Hierdoor lijken deze vrouwen groter te worden. In de omgekeerde richting worden er andere zaken gesmokkeld. Het is best om geen busje te hebben met een mix van Peruanen en Bolivianen erin, omdat er dan verklikkers kunnen bijzitten.

We passeren eerst de stad Ilave. Deze stad heeft als bijnaam, de “stad van de geesten”, omdat men hier aan duiveluitdrijvingen doet. Men gaat hier vooral de lama’s en alpaca’s slachten en offeren.

Onderweg zien we regelmatig gedecoreerde en versierde voertuigen rijden met slingers, toeters en bellen. Ik zag zelfs op het dak van een wagen een grote hoed staan. Deze voertuigen komen uit Copacabana in Bolivië, waar ze aan een kerk gewijd zijn. Deze voertuigen zijn volgens hun nu beschermd tegen ongevallen. Eigenlijk hebben ze hier dus geen autoverzekering nodig.

Verder zien we regelmatig een afgebakend terrein door middel van een gebouwde muur, waartussen ze het vee zetten. Ook zien we hier veel onafgewerkte huizen. Af en toe komen we op de weg eens een fietser tegen. Zelfs de melkboer zijn we tegengekomen op een motor met daarachter een kar waarop de melkkannen staan. Deze route wordt ook nog de aymara route genoemd.

Onderweg zag ik dat men hun wagen tot aan de rand van een rivier bracht om hem te wassen.

We komen aan op een veemarkt, nabij de stad Juli. De locale bevolking komt in groep met een vrachtwagen aan op de markt. Ze staan allemaal recht in de laadbak van de vrachtwagen. Hier verhandelen de locale boeren en de locale bevolking oa de lama’s, schapen en zwijnen. Het zijn meestal oudere mannen en vrouwen die hier rondlopen. De meeste vrouwen hebben de traditionele klederdracht met een hoed en draagdoek. Hier zie je dat ze nog niet veel toeristen gewoon zijn, omdat ze toch iets meer naar ons kijken. Men vroeg mij met handgebaren om een foto van hun te nemen in ruil voor enkele muntstukken. Aan de ingang zie je dat ze de lama’s op het dak van een minibusje trekken. Hierboven leggen ze dan een net. Het ziet er toch niet echt diervriendelijk uit. Hetzelfde tafereel zien we met de zwijnen. Met 2 mannen worden ze op een laadbak van een vrachtwagen gesmeten. De dieren hebben haast geen ruimte meer over om te ademen. Om de zwijnen het zwijgen op te leggen brengen ze een stok in hun mond. Amaai, die behandeling van dieren is niet echt vredelievend.

Je kan ook verschillende loslopende honden langs de straat zien lopen. In deze streek is het een nationale sport om al rijdend deze honden trachten te raken. Men denkt hier dat er toch teveel honden zijn. Hier zijn de Peruanen toch geen dierenvrienden.

Nadien zijn we doorgereden naar het dorp Pomata. Dit was het meest zuidelijke punt in Peru dat we bezocht hebben. Aan de ingang van het dorp zien we een gekleurd beeld van een grote poema. Pomata betekend trouwens “plaats van de poema”. Het dorpje ligt op een steile klip boven het meer. Op het centrale plein stond er een grote kerk uit de 17 de eeuw, die het dorp overschaduwt. De Spanjaarden hebben vroeger het katholicisme bij de indianen ingevoerd. Deze vermenging van beide culturen was zichtbaar in de prachtige architectuur van de kerk aan de buitenkant. De barokke zandstenen kerk heeft mooie glasramen en de gevel vertoont reliëfs en sculpturen van een poema. Zo kan je in de architectuur ook spiraal figuren zien, wat het symbool is van vruchtbaarheid. Binnenin de kerk was er juist een huwelijksplechtigheid aan de gang. Het altaar was indrukwekkend en prachtig versierd. Wel was het een beetje donker in deze kerk. De getuigen zaten reeds vooraan op een bank. De man en vrouw die gaan trouwen zitten eerst afzonderlijk bij de priester en komen vervolgens één voor één, vooraan naast de getuigen zitten. Nu kan de huwelijksplechtigheid beginnen. Achter het trouwkoppel zat dan de familie en kennissen van het koppel in hun feestkledij. Blijkbaar krijgen ze in deze streek grote huwelijkscadeaus van de familie en kennissen, zoals oa auto’s, koelkasten en zelfs een groot stuk grond.

Vervolgens zijn we terug richting Puno gereden. Ik merk op dat er sommige chauffeurs nog tamelijk lang links blijven rijden op de rijweg, nadat ze ons busje hebben ingehaald. Plots zien we 2 grote autobussen ons klein busje met grote snelheid naderen. Eén van de autobussen haalt ons in juist voor de bocht. Zot!! Niet te doen. Tussen deze 2 autobussen is er een race aan de gang. Deze busmaatschappijen willen blijkbaar de passagiers goedkoop en snel vervoeren.

We zien onderweg blauwe hokjes, met een schoorsteen erop, naast de huizen staan. Dit zijn eigenlijk toiletten die er door de staat zijn gezet. De schoorsteen dient als verluchting van de toiletten.

We zijn eerst gestopt op een plaats waar we een prachtig uitzicht hadden op het Titicacameer. Hier hebben we de aperitief gedronken. Je kan het al raden, de “Pisco Sour”. Alle ingrediënten hadden we bij ons en we hebben ze bijeengebracht, het mengsel door elkaar geschud en opgedronken. Lekker toch die Pisco Sour. In het Titicacameer zag je terug de verschillende kweekvijvers van forellen liggen. Op de rotswand kunnen we de propaganda zien van verschillende politieke partijen. Sebastien for president stond er op geschreven.

We zijn gestopt in het dorp Chucuito, waar we de vruchtbaarheidstempel hebben bezocht. Tegenover de dorpskerk valt een rechthoek met typische Incamuren op. Daarin staat een reusachtige stenen fallus, omgeven door vele kleinere, die bij de vruchtbaarheidtempel Inka Uyu behoorde. De moeder aarde was vrouwelijk en het fallus symbool was mannelijk. Dit zorgde voor vruchtbare gronden. Toen de Spanjaarden in Peru waren, hebben ze alle tempels met fallussymbolen vernietigd, omdat dit niet kon in het katholieke geloof. Deze tempel in Chucuito is de enige overgebleven plaats waar dit nog te zien is. De vrouwen kwamen hier naar de tempel om over het fallussymbool te wrijven. Men geloofde dat door dit te doen, men vlug kinderen krijgen zou krijgen. Een beetje verder zien we eveneens verschillende kleine fallussymbolen op de top van de kerk staan.

Nadien zijn we naar een plaats gewandeld waar we weer een prachtig uitzicht hadden op het Titicacameer. Op deze plaats komen ’s avonds verliefde koppeltjes zitten. Nu zaten wij hier te picknicken.

Op weg naar de luchthaven in Juliaca passeren we terug het drukke stadscentrum. Hier zagen we een zeer hoge toren met een glijbaan. Indrukwekkend! We nemen de vlucht terug naar Lima met een tussenlanding in Arequipa. Als we Arequipa naderen zien we terug enkele besneeuwde bergtoppen. Nadat je over de Nascalijnen gevlogen hebt, begin je nu overal lijnen vanuit het vliegtuig te zien in het landschap en misschien begin je te fantaseren over mogelijke figuren die je erin kan herkennen.

Welkom terug in Lima. Terug in de chaos en drukte van het verkeer naar ons hotel.

De volgende en laatste dag in Peru gaan we met de bus naar het archeologische museum in Lima. We krijgen het gezelschap van Guy, de locale gids voor ons bezoek aan Lima. Deze naam klinkt niet echt Peruaans. Neen, het is een Belg, die hier al lang woont. De buschauffeur herkende mij ook van in Nasca. Ik had hem al tegengekomen in de straten van Nasca en van hem een foto genomen. Zoals je ziet, zelfs in Peru is de wereld soms klein. Vol enthousiasme begon Guy te vertellen over de geschiedenis van Lima. Guy wilde ons eigenlijk warm maken om volgend jaar terug een reis te plannen naar Peru.
Onze reisleider woonde al 6 jaar en de locale gids Guy reeds 25 jaar in Peru. Opmerkelijk was dat twee Belgen die reeds geruime tijd in Peru wonen, geen Frans of Nederlands meer met elkaar spreken, maar Spaans.

In het archeologische museum krijgen we een overzicht over de verschillende culturen die er in Peru waren. Eveneens kan je er informatie vinden over de Spaanse conquistador die een belangrijke rol speelde in de geschiedenis van het land. Je kon een overzicht zien in welke tijdsperiode en regio van Peru de verschillende culturen leefden. Hier kan je voorwerpen, kruiken, juwelen, weefwerkstukjes, keramiek, beschilderde muren, replica’s van graven en andere objecten zien van de verschillende culturen. We komen nu ook in contact met andere culturen, zoals oa de Chan cultuur. Sommige keramiek stukken zijn religieus of zelfs sexueel getint. Ook kan je er informatie vinden over het leven in het amazone gebied van Peru, waar we niet naartoe zijn geweest. Eigenlijk is het goed om dit museum op het einde van de reis te zien, nadat je ter plaatse al in contact gekomen bent met de verschillende culturen. Anders zou je misschien tilt slaan bij de grote hoeveelheid informatie die je hier kan opsteken. Bij welke cultuur horen deze maskers en juwelen? Oei, het examen is begonnen. Onze opgedane Peru kennis gedurende deze reis wordt door de reisleider getest. Is het niet bij de Moche’s, dan kan het nog de Chimú’s of de Sican cultuur zijn. In dit museum kan je veel leren over Peru.

Nadien zijn we naar het stadscentrum van Lima gereden. Er zijn hier op een kruispunt nog enkele straatartiesten aan het springen, om iets bij te verdienen.

We zijn eerst gaan eten in een restaurant. De laatste gezamenlijke maaltijd met de groep en de reisleider tijdens onze reis. Plots horen we een hels lawaai op straat. Er was een betoging aan de gang en de betogers stonden voor de ingang van het restaurant waar we aten. In het gebouw tegenover het restaurant zullen er waarschijnlijk belangrijke mensen zitten, die iets kunnen doen om hun probleem te verhelpen. Nadien gaan de betogers verder in de straten van Lima en verdwijnt het lawaai. We hernemen onze dankwoorden aan de reisleider en nog een dikke fooi erbij.

In totaal leven er 28 miljoen inwoners in Peru, waarvan het grootste gedeelte (ongeveer 9 miljoen) in Lima. In Lima zijn er meer dan 40 districten, waaronder de wijk Miraflores waar we overnacht hebben. De wijk Miraflores wordt gekenmerkt door grote banken en winkelbedrijven, prestigieuze hotels en een overdaad aan horecagelegenheden. Bovendien grenst de wijk aan de zee. Je merkt in de stad veel platte daken op. Er zijn bijna geen goten en wateraflopen, omdat het weinig regent in Lima. De bedding van de rivier die door Lima loopt stond droog. Het woestijngebied waarin Lima ligt kent een vrij constant klimaat dat doorgaans niet onplezierig is. Een nadelige omstandigheid is dat Lima bijna het gehele jaar wordt bedekt door een nevelachtige sluier. Ook het chaotische verkeer in Lima draagt aan die sluier bij door de enorme luchtverontreiniging die het veroorzaakt.

Vanwege de lange koloniale geschiedenis heeft de bevolking een heterogene samenstelling. De inheemse bevolking maakt ongeveer 45 procent van de bevolking uit waardoor Peru, samen met Bolivia, doorgaat voor een van de meest “indiaanse” landen van het continent. Het aantal mestiezen (bevolking van gemengd blank en inheems bloed) bedraagt 37 procent. Daarnaast is 15 procent van de bevolking blank, van Spaanse of andere Europese oorsprong. De overige 3 procent bestaat uit mensen van Afrikaanse oorsprong (afstammelingen van slaven) en inwoners waarvan de voorouders afkomstig zijn uit Aziatische landen.

Lima wordt ook wel “de stad van de koningen” genoemd, omdat de stad op 6 januari 1535 door de Spanjaarden is ontdekt. Het feest van de drie koningen is namelijk op 6 januari. Op 18 januari 1535 werd de stad door de Spaanse veroveraar Francisco Pizarro gesticht en fungeerde vanaf het begin als hoofdstad van de kolonie. Het was de belangrijkste exporthaven voor de goederen die vanaf het Peruaanse grondgebied naar Spanje verscheept werden.

We wandelen nu langs de koloniale en prachtige gebouwen in het stadscentrum van Lima. De gevels van de gebouwen zijn zeer kleurrijk. We passeren nu een krantenkiosk. Hier hangen alle voorpagina’s van vele verschillende kranten zichtbaar. Verschillende mensen zaten rond de krantenkiosk de voorpagina’s te lezen. De houten koloniale balkons maken het uitzicht mooi in de straat. We zijn zelfs een kijkje gaan nemen in zo een koloniaal herenhuis. De architectuur getuigd van het lange koloniale verleden van Lima.

Achter de gevel van een ander koloniaal huis was er bewoning van verschillende mensen. Het ging hier om een sociaal project, om mensen met een laag inkomen toch een woonplaats te geven. Door de bewoning hier is er geen verder verval van deze woonplaatsen. Alhoewel ik zag dat de elektriciteitskasten en elektriciteitsdraden zichtbaar en niet veilig geïnstalleerd waren in het gebouw. Enkele vrouwen waren bezig manueel de was te doen. Ondertussen waren er kinderen aan het spelen op het middenplein.

In Lima is er geen metro, maar hebben ze als alternatief een lijnbus die voor een snelle verbinding zorgt tussen het noorden en het zuiden van de stad Lima. De bus zal geen last hebben van mogelijk files aangezien die op de middenstrook van de autostrade de rijbaan volledig vrij heeft.

Langs de straten of nabij de kerken zie je regelmatig een kraam staan waar je heilige afbeeldingen, kransen en kaarsen kan kopen. De kerk heeft een belangrijke invloed op het dagelijkse leven in Peru. De Spanjaarden brachten ook het rooms-katholicisme mee. De inheemse volken beleden echter eeuwenlang hun eigen godsdiensten en vereerden natuurfenomenen als de zon, de bergen en de rivieren. Onder druk van de Spanjaarden aanvaardden velen het rooms-katholicisme, zij het in combinatie met hun eigen godsdienst. Dit leidde tot allerlei syncretische rituelen en kunstuitingen. Afbeeldingen van een donkerhuidige Maria zijn hier een voorbeeld van.

Nadien zijn we via een overdekte winkelstraat naar het presidentieel paleis gewandeld. Hier stonden verschillende militairen met een geweer de wacht te houden rond het grote gebouw. Ze lieten zonder problemen toe dat je een foto neemt van hen. Eerst hebben we een kijkje gaan nemen aan de achterkant van het presidentiele paleis. Nadien zijn we gewandeld naar het centrale plein “Plaza Mayor” waar je de voorkant kon zien van het presidentiele paleis. Dit plein wordt ook omgeven door andere belangrijke gebouwen, zoals de kathedraal van Lima met daarnaast de Sagrariokerk en het aartsbisschoppelijk paleis. Dit paleis is van oudsher de plaats waar de aartsbisschop van Lima zetelt. Het is gebouwd in koloniale stijl en het valt met name op door de twee enorme balkons van bewerkt cederhout die de voorgevel sieren. Ook kan je van op dit plein, het Palacio Municipal zien die het gemeentebestuur huisvest. Het gebouw is een voorbeeld van de neokoloniale architectuur met zijn originele gevel, portalen en de hoge galerij met houten balkons. Midden op het plein staat een grote fontein met daar bovenop een bronzen beeld uit 1650.

Het presidentiele paleis staat ook wel bekend als het huis van Pizarro, omdat deze hier woonde tot aan de dag van zijn gewelddadige dood in 1541. Het grote gebouw werd in 1884 en 1921 door een brand beschadigd. Daarna werden er enige veranderingen ten opzichte van de oorspronkelijke architectuur aangebracht. In een van de vleugels van het gebouw is de officiële residentie van de president van Peru. In juli 2006 werd een oude bekende voor de tweede keer als president ingezworen, nl Alan Garcia. Zijn eerste regeertermijn was van 1985 tot 1990. Vanwege de vele corruptie en de enorme inflatie onder zijn bewind werd hij niet meer herverkozen. In zijn tweede ambtsperiode heeft hij een aantal positieve resultaten geboekt. Zo is er duidelijk een economische groei in Peru te constateren. Negatieve punten zijn onder andere het feit dat de corruptie niet hard wordt aangepakt en dat de rijkdom nog steeds ongelijk verdeeld wordt. Daarbij is de regeerstijl van Garcia uitgesproken autoritair.

De kathedraal van Lima dateert uit 1535. Na een gedeeltelijke verwoesting door een aardbeving in 1746 werd de kathedraal herbouwd door een jezuït. Ook staat er in deze kathedraal de tombe van de Spaanse veroveraar Pizarro.

We zetten onze wandeltocht verder in de straten van Lima en we passeren nu de kerk en het klooster van San Francisco. Kerk en klooster werden in 1542 gebouwd in een opvallende Moorse stijl. We zien hier veel duiven rondvliegen. We komen aan in een park waar onze wandeltocht eindigt. Van hieruit kunnen we nog de resten zien van een muur, die vroeger dienst deed als de omwalling van het stadscentrum van Lima. Ziezo, de verkenning van Lima zit erop. We nemen afscheid van Guy, de locale gids hier in Lima. De volgende etappe is naar de luchthaven voor de vlucht terug naar huis. We hebben het hier allemaal gezien dacht ik. Helaas niet. De bus stopt op een kruispunt aan het rood licht, waar een vrouw goederen staat te verkopen. Een andere vrouw staat te roepen en te schreeuwen tegen haar. Een beetje later vliegen ze elkaar in de haren en zien we vanuit de bus een catchmatch op de grond tussen deze 2 vrouwen. Iedereen keek toe totdat een man ze trachtte uit elkaar te halen. Naast hun koppigheid is er blijkbaar ook veel testosteron aanwezig bij de Peruaanse vrouwen.

Op de terugvlucht met Iberia, een Spaanse luchtvaartmaatschappij, was de service maar mager. Weinig vriendelijk en geen vlotte bediening. Dan nog liever een verblijf op het Titicacameer in de hut van “Maria”, dan een vlucht met de hostesses van “Iberia”.
We zijn tijdens de terugreis ook in contact gekomen met een filmploeg van VTM die de opnames hadden gedaan voor een TV programma in de amazone van Brazilië en Peru.

De Peru reis was hier ter land, ter zee en in de lucht. In totaal hebben we hier een afstand afgelegd van ongeveer 5300 km per boot, vliegtuig of over het land. We zijn zeer blij dit land gezien te hebben en dit een week op zeeniveau en een week op grote hoogte. De diploma’s van Peru kenners hebben we nu zeker en vast verdiend na deze reis door Peru. Het is nu allemaal duidelijk voor ons. Het was een vermoeiende reis die mij veel vreugde bezorgde. Eveneens wil ik onze reisleider Sebastien bedanken voor de zeer goede en toffe begeleiding van deze reis. Met veel zwier en zwaai, met veel armbewegingen, met veel woorden of met veel show kregen we uitleg over de cultuur en natuur in Peru. Zijn uitleg was zoals een spraakwaterval die ons steeds boeide. Wil je hier president worden in Latijns Amerika, dan moet je het goed kunnen uitleggen en veel show verkopen. Sebastien for president zou ik zeggen, zoals we op een rots langs het Titicacameer lazen. Verder wil ik de verschillende locale gidsen bedanken voor hun bijdrage in het welslagen van deze reis.
Eveneens wil ik ook al de medereizigers bedanken. Het was een kleine en toffe groep, die voor een fantastische groepsdynamiek zorgde. Sorry aan diegenen, waar ik voor hun camera of fototoestel liep tijdens het maken van hun prachtige films en foto’s. Hopelijk maak ik anderen nu warm met mijn reisverhaal om de geschiedenis, de archeologische sites, de natuur, de kleurrijke bevolking, de lama’s, de alpaca’s en de panfluitgeluiden zelf te gaan ontdekken in Peru.